Alphen aan den Rijn, augustus 2002
Mede omdat ik het autorijden meer dan zat was had ik in 1996 besloten een start te maken met halen van mijn motorrijbewijs. Met niet meer motorervaring dan een paar ritjes achterop een Honda CB500 en een buurman met een Kawasaki (type groen) ging ik het avontuur te lijf.
Natuurlijk kwamen mijn twee jaar rijervaring op de Puch Maxi tijdens het lessen goed van pas. In Oktober 1997 wist ik mijn rijbewijs in 1 keer te halen.
En dan…
Je wil toch snel een motor aanschaffen, maar welke kies je?? Na een proefrit op een Honda CB500, Suzuki GSX600 en een Kawasaki GPZ 500 wist ik dat dat het niet was. Kawasaki sprak me wel aan en ben daarna nog weggeweest op een ZX10 en een GPX750R. De laatste is het uiteindelijk geworden omdat ik een 1000cc motor voor mezelf een onverantwoorde startersfiets vind.
Op 27 december 1997 heb ik een Kawasaki GPX 750R uit 1987 gekocht bij Beku Motoren in Lisserbroek. Een prima motor, waar ik nog jarenlang plezier van zou hebben. Twee jaar lang heeft de GPX het dagelijkse woon-werkverkeer voor mij verzogrd. En dat allemaal zonder problemen. Het enige negatief punt was de ‘vliegende’ koude start.
Stel je het volgende voor…. Het is winter en het vriest een graad of 5. Je pakt je motor uit de schuur, je start en….. jawel, dat ding loopt als een kieviet. Nee, het gaat niet over startproblemen. Het nadeel zat hem in het veel te hoge toerental (+/- 3000) bij een koude start, met de olie alleen in de carter en zo dik als stroop. Voordat de olie boven in het blok bij de nokassen en kleppen was, zat er al een slag of 1000 op. Niet bevordelijk voor het blok.
Na twee jaar ben ik gestopt met doorrijden (in de winter) en werd het meer een liefde waar je goed voor wil zorgen. Zo begon het bovenpartijtje van de cilinder een beetje te klepperen en denk je aan reviseren. Op een gegeven moment ligt de fiets en het motorblok uit elkaar in de schuur en is de jacht op onderdelen begonnen.


Na het verwijderen van de klepdeksel was duidelijk te zien dat de koude starten de sporen wel hadden achtergelaten. De gladde laag van de nokassen was grotendeels verdwenen en slepertjes (die normaal een bolle vorm hebben) waren hol afgesleten. Ook stonden sommige kleppen zo strak gesteld dat er geen voelermaatje tussen kon.
Omdat de nokassen ‘koud’ in de cylinderkop liggen en er waarschijnlijk niet voldoende olie tijdens de start naar boven gepompt werd waren de schalen ook lichtelijk uitgelubberd.
Wat hebben we dan nodig om het beestje weer te laten rijden?
- Cylinderkop
- 2 nokassen
- 16 kleppen
- 16 slepertje/tuimelaartjes
- kettingspanner
- pakkingset
- handboek (Haynes)
Na zo’n 6 maanden had ik alles wel bij elkaar. Opzich kan je hier en daar wel wat onderdelen krijgen maar vaak ziet het er niet beter uit dan die troep die je er zojuist afgehaald hebt.
Persoonlijk moet ik zo’n cylinderkop kunnen zien, voelen en ruiken voordat ik overga tot aanschaf. De verhalen van ‘dit blok komt van een schade fiets met nog geen 10.000Km op de teller’ heb ik vaker gehoord. En als ik dan vraag of het kleppendeksel er even af mocht om te kijken, werd het vaak stil.
Maar goed. Op een gegeven moment heb je alles bij elkaar en kunnen de herstel werkzaamheden beginnen. De cilinderkop zit snel op zijn plaats. Even 12 boutjes vastzetten en die komt niet meer van zijn plaats. Hierna kunnen we de 16 tuimelaartje op de kleppen plaatsen en 2 nokassen in de kop leggen. Even de juiste positie van de nokasketting bepalen en daarna goed vastzetten.


Eeeeh.. Twee olieleidingen??
Nokassen weer loshalen en verwijderen, olieleidingen plaatsen, nokassen plaatsen en vastzetten. Tja, op een gegeven moment wordt je daar handig in. Als de nokassen vast zitten en de nokasketting goed geplaatst is kan de spanner in de kop worden gezet.
Dan komt het leuke werk. De kleppen stellen. Hij lijkt allemaal erg ingewikkeld maar zelfs voor een leek (zoals ik) is het prima te doen. Met een beetje hulp van een goede vriend (Bram) of een verre buur moet het zeker lukken. Als je de slag eenmaal te pakken hebt is het een fluitje van een cent. Na het stellen van de kleppen kan het kleppendeksen gemonteerd worden en begonnen worden met het monteren van de rest van de onderdelen die nog her en der in de schuur liggen. Carburateurs, luchtfilter, olieleidingen, koelslangen en buizen, uitlaten, radiateur, oliekoeler, accu, kuipwerk. Je kunt wel begrijpen dat je voor zo’n actie toch wel een aardig schuutje moet hebben. Of pak een hele grote doos waar je alles netjes gesorteerd op alphabetische volgorde indeponeerd.
Na een dag of wat (in werkelijkheid bijna 2 jaar) staat het fietsje weer compleet in de achtertuin klaar, te wachten op de eerste start. De sleutel gaat in het contactslot en wordt een kwartslag gedraaid. Op dat moment beginnen rondom de tellers wat lampjes te branden.
Nog geen geluid en geen rook, alles gaat nog volgens plan.
En dan is het tijd voor het grote moment. De startknop wordt ingedrukt. De motor komt in beweging en na verloop van tijd begint er daadwerkelijk leven in te komen. Eerst een cylinder, dan twee en uiteindelijk alle vier. Eventjes rustig laten draaien en vervolgens een klein beetje het toerental opvoeren. Wat een geluidje weer! Geen ratels, tikken of andere buitensporige geluiden, maar gewoon een lekker rouw Kawa geluid.
Na een half uur met mijn oor tegen het blok aangelegen te hebben, en genoeg genoten had van het heerlijk geluid van een wedergeboorte, ben ik de Kawa verder gaan opbouwen. Nog wat kleine reparaties zoals lekkende koelleidingen en een vergeten slangetje (niet van levensbelang) kon de fiets weer helemaal in elkaar worden gezet. En dan na 15 jaar trouwe dienst en een flinke revisiebeurt, staat er weer een echte Kawasaki GPX 750r op de stoep.

En dan is het weer tijd voor een tourtje. Even rustig inrijden en dan kan het gas er weer flink op!! Ik hoor de mensen die mij kennen al zeggen ‘Jij het gas er flink op?’. Jawel hoor! Alleen mij stelling is dat elke fiets een tourfiets is. Gewoon een tikkie ophoog als je boven de 3500-4000 rpm komt. Laat mij maar lekker pruttelen en genieten van het geluid van een prachtig motorblok en een heerlijk fiets.
En hiermee komen we niet alleen aan het einde van het verhaal over mijn Kawasaki GPX 750r, maar ook aan het einde van mijn Kawasaki GPX 750r.
Na geruime tijd uitgekeken te hebben naar een lekker 2 cylinder (b.v. een Buell X1 of M2) heb ik de fiets van mijn (zwager) Partick overgenomen. Geen Beull, maar een Honda VTR 1000F Firestorm. Een redelijke prijs voor de Honda VTR 1000F Firestorm en een goede inruil voor de Kawasaki GPX 750r bij Goedhart Motoren in Bodegraven deed mij deze beslissing snel nemen. Als jij in het bezit bent van een GPX750r met het kenteken MH-78-FH, of als je weet wie deze fiets nu heeft, laat het mij dan even weten.
Voor iedereen nog veel motorplezier en ik sluit af zoals ik het altijd doe.
DaGaroete Hans.